Terug naar de hoofdpagina van de Medische Commissie


Bloedhygiene in de korfbalsport

Inleiding en achtergrond

In 1989 is door de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) en de Internationale Federatie voor Sportgeneeskunde (FIMS) in overleg met andere organisaties een consensusstandpunt ingenomen over AIDS en sport. De Nederlandse sportorganisaties verenigd in NOC*NSF, het NISG, de Vereniging voor Sportgeneeskunde, de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Sportgezondheidszorg, de Federatie van SMA's, het Nederlands Genootschap voor Sportmassage en de Nationale Commissie AIDS-bestrijding hebben kennis genomen van het WHO/FIMS standpunt van 1989 over AIDS en sport en van de ontwikkelingen sindsdien. Deze organisaties staan volledig achter dit standpunt maar onderkennen tevens dat er in binnen- en buitenland nog onvoldoende gevolg wordt gegeven aan dit standpunt. Zo kan de preventie en behandeling van huidverwondingen in contactsporten nog verder verbeterd worden. Gebleken is dat er ook in Nederland nog steeds misvattingen en onnodige angst bestaan over het besmettingsrisico van het HIV-virus. In dit bulletin wil de medische commissie van het KNKV de korfbalclubs en hun leden op de hoogte brengen van (de achtergronden van) het 'Handvest bloedhygiene in de sport'. Tevens zullen een aantal blessures waarbij dit een rol speelt worden besproken.  

Handvest bloedhygiene in de sport, WHO, Geneve, 1989

1. Het Humaan Immunodeficientie Virus (HIV) kan niet worden overgedragen tijdens de uitoefening van sport in afwezigheid van (bloedende) huidbeschadigingen. Het risico voor HIV-besmetting door bloed tijdens sportbeoefening is uiterst gering. Toch moet, mede met het oog op andere bloedoverdraagbare aandoeningen zoals b.v. hepatitis-B-virus, zorgvuldig met verwondingen worden omgegaan. Er dient voorkomen te worden dat bloed van iemand anders op een beschadigde huid terecht komt.

2. Het genoemde, overigens uiterst lage, risico op overdracht van HIV is voornamelijk van toepassing op die sporten waarbij intensief, fysiek contact plaatsvindt. Bij deze sporten moeten de volgende richtlijnen toegepast worden:

- Sporters dienen, indien zij wonden hebben opgelopen, dit zelf aan verzorgers of trainers te melden.

- Wanneer er een bloeding optreedt moet de wond eerst verzorgd worden. Bij huidbeschadiging moet de huid gereinigd, gedesinfecteerd en afgeplakt worden met waterafstotend materiaal. Geadviseerd wordt om, als er risico bestaat dat de wond blijft bloeden, de sporter te wisselen of de sport tijdelijk te staken. Kleding en materiaal waar bloed aan zit moet worden gereinigd of vervangen door schoon materiaal.

3. Bij het afnemen van bloed dient het (para)medisch personeel zich te beschermen door handschoenen te gebruiken.

4. Sportorganisaties hebben een taak hun leden te informeren over AIDS en andere bloedoverdraagbare aandoeningen, alsmede over de te nemen noodzakelijke preventieve maatregelen. De volgende beschikbare medische informatie dient daarbij als uitgangspunt:  HIV kan worden overgebracht door sexuele gemeenschap, bloed en via een geinfecteerde moeder op ongeboren kinderen. Sexuele overbrenging kan zowel van man naar vrouw, vrouw naar man alsmede tussen mensen van gelijke sexe. Overbrengen via bloed kan gebeuren bij injecties met niet-steriele naalden en spuiten. Overdracht van het HIV bij contactsporten kan gebeuren via bloed van een geinfecteerd iemand dat in contact komt met een wondje of huidbeschadiging van een ander persoon. HIV wordt niet overgedragen via speeksel, zweet, tranen, urine of via de ademhaling. Ook niet bij het schudden van handen, zwemmen, zwemwater, badwater, toiletten, eten of drinken (ook niet via een gemeenschappelijke bidon).

5. Het gebruik van verplichte HIV-tests in het kader van HIV-preventie in de sport dient door sportorganisaties veroordeeld te worden. Sportbeoefening kan bijdragen aan verbroedering en solidariteit tussen verschillende mensen en groepen. Derhalve moet sport toegankelijk zijn voor iedereen. Het scheppen van mogelijkheden daartoe is een taak van sportorganisaties. Het uitsluiten van HIV-seropositieven van sportdeelname wordt afgewezen.

6. Mensen die weten dat ze besmet zijn met HIV dienen contact op te nemen met een arts over deelname aan sportieve activiteiten. Dit zowel uit oogpunt van hun eigen gezondheid, als wel voor het goed kunnen inschatten van de gevaren van het overbrengen van het HIV op andere sporters.

Sportblessures en bloedhygiene

in de korfbalsport kunnen meer of minder frequent blessures optreden waarbij open wonden en bloedverlies een rol spelen. Bij de behandeling van deze wonden is het van belang zorg te besteden aan hygiene, zodat er geen besmetting kan ontstaan met onder meer het hepatitis-B-virus of HIV (aidsvirus). Voor degene die helpt bij het behandelen van de wond geldt dat contact met bloed zoveel mogelijk vermeden moet worden. Het dragen van handschoenen is niet absoluut nodig. Wel is het verstandig om eigen wondjes op de handen af te plakken met waterafstotende pleisters, om de handen te wassen na een wondbehandeling en vocht afscheidende wonden af te dekken. Verder is het voor de hygiene van belang om gebruikt materiaal meteen zorgvuldig weg te gooien.  

1. Bloedneus

Een bloedneus betreft een bloeding uit een of beide neusgaten. Een neusbloeding ontstaat door talloze oorzaken. De meest voorkomende zijn: letsel aan de neus, neusverkoudheid en neuspeuteren. Bij een bloedneus knijpt men de neusvleugels onderaan de neus dicht, tegen het neustussenschot. Gedurende enkele minuten houdt men de neusvleugels dichtgedrukt, terwijl men met het hoofd licht voorovergebogen staat of zit (leeshouding). Daarna moet men de neus langzaam en voorzichtig loslaten. Als de neus opnieuw begint te bloeden of als na het loslaten de bloedneus blijft bestaan, is de kans groot dat bloedstolsels de wondrandjes uit elkaar houden. Deze bloedstolsels moeten uit de neus verwijderd worden, voordat men opnieuw een poging doet de bloeding tot stilstand te brengen. Men verwijdert de stolsels door de neus krachtig in een zakdoek te snuiten. Hierna drukt men de neusvleugels als boven beschreven opnieuw enige minuten dicht. Blijft de neus toch nog doorbloeden, dan kan men de hele procedure nog eenmaal herhalen. Stopt de bloeding dan nog niet, dan is het raadzaam naar de huisarts of naar de EHBO-afdeling van een ziekenhuis te gaan. Wanneer de bloedneus door een bal of ander hard voorwerp is ontstaan, let dan altijd op de vorm en de stand van de neus. Het neusbeentje kan in zo'n geval gebroken zijn. Bij het geringste vermoeden van het bestaan van een gebroken neusbeentje moet men zo snel mogelijk naar het ziekenhuis gaan. Preventie van een bloedneus houdt in: verkoudheden goed laten genezen, niet neuspeuteren en neusletsel voorkomen.

2. Botbreuken

Bij een botbreuk ontstaat een scheur in het bot, waardoor dit in twee of meer delen gebroken is of op de plaats van de breuk zelfs versplinterd is. Gelukkig komt dit bij korfbal maar zelden voor, maar in het geval van een gecompliceerde of open botbreuk is niet alleen het bot gebroken, maar staat de breukplaats door een wond in open verbinding met de buitenlucht. Soms steekt er zelfs een stukje bot door de wond naar buiten en is er bloedverlies. Naast de voorzorgsmaatregelen die horen bij een gesloten botbreuk (immobilisatie van het gebroken lichaamsdeel) moet bij een open botbreuk de wond ruim worden afgedekt met steriel gaas om infectie te voorkomen.  

3. Snijwonden

Bij een oppervlakkige verwonding is alleen de huid beschadigd. Bij een diepere verwonding kunnen ook onderliggende pezen, spieren, bloedvaten of zenuwen beschadigd zijn. Een snijwond behoort tot de diepe beschadigingen. De behandeling is afhankelijk van de grootte van de wond. Kleine snijwonden moet men reinigen, ontsmetten en afdekken met een gaaspleister. Indien de wondranden van elkaar wijken, is het verstandig een hechtpleister of zwaluwstaartje aan te brengen. Grote en diepe wonden moeten door een arts worden behandeld. Bij heftige en hardnekkige bloedingen moet de wond zoveel mogelijk worden dichtgehouden. Hiervoor moet men de wondranden samendrukken. Het stelpen van de bloeding kan geholpen worden door het lichaamsdeel met de wond hoog te houden en het bloedvat af te drukken. Vooral bloedingen in het gelaat gaan gepaard met zodanig bloedverlies dat de leek ervan schrikt, zoals bij een snijwond in de lip. Dichtdrukken van de bloedvaten kan veel onrust voorkomen.  

De informatie over blessures en bloedhygiene is (deels) overgenomen uit het door Teleac

uitgegeven cursusboek 'Sportblessures buitenspel' (F.J.G. Backx, ISBN 90 6533 364 9)